ZuiderWind

Gerber van der Graaf

29 de juliol de 2022
0 comentaris

Lawfare, verraad en broedermoord

(1650 woorden)

De onderhandelingstafel
Al weken lang kondigde de Catalaanse regering met veel tamtam en bombarie aan dat de onderhandelingstafel over het Catalaanse conflict tussen de presidenten van de Spaanse en de Catalaanse regeringen nog voor het zomerreces zou plaats vinden. Afgelopen Dinsdag publiceerde de Catalaanse omroep dan eindelijk, nog vlak voor het reces, dat de onderhandelingstafel de volgende dag om 10.00 uur in Madrid zou plaats vinden. De presidenten Sánchez en Aragonès zouden daarbij echter niet aanwezig zijn. En dus togen vier Catalaanse ministers van de ERC partij (de coalitiepartij JxCat weigert om mee te doen met de conversaties), op Woensdagochtend met de hogesnelheidstrein naar Madrid. Daar werden uitgebreid foto ‘s gemaakt voor de ingang van het regeringspaleis. Want daar gaat het de Spaanse regering om: de schijn naar de internationale gemeenschap, met name de Europese Unie, ophouden dat het Catalaanse conflict is opgelost. En dat lijkt inderdaad het geval te zijn.

Op de persconferentie na de gesprekken kondigde de Spaanse minister Félix Bolaños verheugd aan dat de partijen overeengekomen waren dat ‘een deel van de Catalaanse bevolking nooit meer haar wil zou opleggen aan het andere deel’. Alsof de Spaanse bezetting sinds 1714, de burgeroorlog in 1939 en de daaropvolgende 40 jarige Franco dictatuur en, zeer recent nog, de opschorting van de Catalaanse autonomie na het referendum van 1 Oktober 2017 niet het opleggen van een deel van de bevolking aan een ander deel is. Bovendien suggereert Bolaños dat een referendum een drukmiddel is dat door een bevolkingsgroep wordt opgelegd aan een ander in plaats van een democratische manier om door middel van stemmen gezamenlijk tot een beslissing te komen. Ook zei hij dat ‘de Catalanen zich voortaan aan de Spaanse grondwet zouden houden’. De Catalaanse onderhandelaars zijn dus overeengekomen dat het recht op zelfbeschikking vooralsnog eerst in de Spaanse grondwet moet worden opgenomen voordat een nieuw referendum, dit keer met instemming van Spanje, over de zelfbeschikking van Catalonië zou kunnen worden gehouden. Tot nu toe heeft ERC altijd volgehouden dat het recht op zelfbeschikking een internationaal recht is dat eventueel kan worden afgedwongen door eenzijdig een referendum te houden. Dit heeft Kosovo gedaan en het Internationale Gerechtshof heeft verklaard dat dit niet in strijd is met het internationaal recht. Tien jaar geleden bestond er geen tweederde meerderheid in het Spaanse Congres die nodig is om de grondwet te veranderen, deze is er nu niet en, gezien het Spaans nationalisme dat na het Franco regiem nooit is weg geweest, ziet het er naar uit dat deze er ook in de toekomst niet zal zijn.

Als tegenprestatie belooft de Spaanse regering om de politieke zaken niet meer naar justitie te brengen. Hiermee geeft zij dus zonder blikken of blozen toe dat de overheidsinstellingen, zoals de Policia Nacional en de Guardia Civil, de landsadvocaat, het OM en het Constitutioneel Hof, worden gebruikt voor politieke doeleinden. ‘Maar de reeds lopende zaken kunnen natuurlijk niet worden gestopt’, aldus Bolaños in een poging om de schijn van de scheiding van de machten op te houden. Daarnaast zal de regeringspartij er voor pleiten dat de Catalaanse taal in de Senaat en in het Europese parlement kan worden gebruikt. Voormalig president Zapatero van dezelfde PSOE partij, beloofde ruim 10 jaar geleden hetzelfde in ruil voor de stem van ERC voor zijn jaarbegroting. Er is geen reden om aan te nemen waarom de PSOE onder leiding van Sánchez zich nu wel aan haar woord zou houden.

De Catalaanse ERC partij maakt met deze overeenkomst een totale ommezwaai en heeft haar onafhankelijkheidswens dus op de lange baan geschoven. Net zoals haar voorzitter Oriol Junqueras in een opinieartikel in de La Vanguardia krant schreef dat een volgende poging tot onafhankelijkheid door een nieuwe generatie moet worden gedaan. De meerderheid in het Catalaanse Parlement van 52% voor onafhankelijkheid lijkt hiermee ten einde. Dat betekent echter niet dat deze meerderheid onder de bevolking is verdwenen. Maar het onbegrip en de teleurstelling onder de Catalaanse bevolking voor dit kiezersbedrog en het sektarisch gedrag van ERC (een partij die sinds de jaren ’30 van de vorige eeuw voor de Catalaanse onafhankelijkheid is geweest en waardoor President Lluís Companys van deze partij in 1940 door het Franco regiem werd gefusilleerd) en haar voorzitter Junqueras (bang dat zijn pardon zal worden ingetrokken en weer de gevangenis in moet *) is immens groot.

Parlementsvoorzitster afgezet
De voorzitster van het Catalaanse Parlement, Laura Borràs, is een overtuigd voorstander van de Catalaanse onafhankelijkheid. Tijdens de verkiezingscampagne in Februari 2021 beloofde zij dat, indien zij tot president zou worden gekozen, om de Catalaanse onafhankelijkheidsverklaring die op 27 Oktober 2017 was opgeschort, te bekrachtigen. Laura werd geen president van Catalonië want haar partij JxCat won een zetel minder dan ERC. Maar zij kreeg wel de op één na hoogste regeringsfunctie als voorzitster van het Parlement.

Voordat zij de politiek in ging, was Borràs directeur van het openbare Instituut van Catalaanse letteren (Institució de les Lletres Catalanes, ILC). Na haar aftreden en toen zij binnen JxCat actief werd als vertegenwoordigster in het Spaanse Congres van Afgevaardigden werd een justitieel onderzoek tegen haar opgestart. Zij zou een contract van EU 309.000 in 18 delen hebben opgesplitst om zo geen publieke aanbesteding hoeven uit te schrijven. Alles wijst er echter op dat het gerechtelijk onderzoek prospectief is. (Het doelgericht zoeken naar strafbare feiten, iets wat ongehoord is in een democratische rechtstaat.) Het Openbaar Ministerie klaagt haar aan voor ambtelijk misbruik en valsheid in geschrifte. Het OM vraagt zes jaar gevangenisstraf tegen haar en twintig jaar verbod op het bekleden van een openbare functie.

Nu bestaan er binnen het Parlement verschillende regels of en hoe iemand tot aftreden gedwongen wordt wanneer deze door justitie wordt aangeklaagd. In het geval van fraude beoordeelt het Parlementsbestuur daar over. In andere gevallen moet de zaak aan de plenaire vergadering worden voorgelegd. Het reglament zegt echter dat bij twijfel van fraude de juristische dienst van het Parlement om advies moet worden gevraagd. Bovendien lijkt dit reglament het internationale recht van veronderstelde onschuld te schenden. Maar het reglament werd niet ter discussie gesteld of deze wel rechtsgeldig is, zoals Borràs had voorgesteld, en werd de zaak ook niet aan de juridische dienst voorgelegd. Dit laatste is nogal vreemd daar de bestuursleden, met name die van de unionistische partijen, bij het minste een zaak aan de juridische dienst voorleggen en er vaak van worden beschuldigd misbruik van dit recht te maken om de voortgang van zaken in het Parlement te frustreren. Bij de leden van het bestuur, inclusief die van de onafhankelijkheidspartijen ERC en CUP, bestaat geen enkele twijfel dat het geval van Borràs fraude betreft en besloten daarom, samen met de unionistische partijen, om haar lidmaatschap van het Parlement en haar voorzitterschap tijdens de bestuursvergadering op te schorten. Indien zij door justitie onschuldig wordt bevonden, krijgt zij haar lidmaatschap en de taken binnen het Parlement weer terug. Een dergelijke rechtzaak neemt gewoonlijk echter enkele jaren in beslag.

Tot dat moment moest zij de beslissingen van de rechtbank via de media vernemen. (Nog zo ‘n ongewoon detail van een rechtstaat.) ‘De justitie werkt als het moet als een goed gesmeerde machine’, zei zij in haar toespraak na haar aftreden. Borràs houdt vol dat zij onschuldig is (haar opvolger bij het ILC is dezelfde mening toegedaan) en dat zij louter om haar politieke ideeën wordt vervolgt. ‘Vandaag werd de democratie in het Parlement overreden.’ ‘Aan de bestuurstafel van het Parlement zaten vandaag hypocriete rechters die mij bijvoorbaat al hebben veroordeeld.’ ‘Geen enkele democraat en geen enkele voorstander van de onafhankelijkheid kan vandaag hier trots op zijn.’

De CUP partij zegt dat er weliswaar duidelijk sprake is van lawfare tegen Borràs, maar vanwege ‘transparantie’ hebben zij besloten dat zij moet aftreden. In de weken voordat zij werd afgezet had de ERC partij bij monde van verschillende politici, notabene onder andere de tot twaalf jaar veroordeelde parlementsvoorzitster Carme Forcadell omdat zij in de aanloop naar het referendum een debat had gehouden over de referendumwet, er bij Borràs al op aangedrongen dat zij uit zichzelf zou moeten aftreden om ‘het prestige van het Parlement te behouden’. President Aragonès vindt dat er geen sprake is van politieke vervolging maar van veronderstelde corruptie. De partij van Borràs, JxCat waar zij onlangs tot partijvoorzitter is gekozen, heeft (nog) niet besloten of zij uit steun en solidariteit uit de regerinscoalitie zal stappen. De financiële belangen van de politici met hun baantjes zijn vooralsnog groter dan hun principes. De partij zal een intern referendum houden over wat zij gaat doen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ERC een coalitie zal vormen met de unionistische PSC en Podem partijen.

De aanklacht tegen Borràs heeft alle kenmerken van lawfare en haar gedwongen aftreden, zowel de reden waarom als de manier waarop, is duidelijk een politieke lynchpartij door politici die niet kunnen en niet willen samenwerken voor een betere toekomst van Catalonië. De geschiedenis van de jaren ’30 van de vorige eeuw lijken zich te herhalen. Alhoewel op straat de meerderheid van 52% voor onafhankelijkheid niet is verdwenen, is de lust om een      volgende keer naar de stembus te gaan er niet beter op geworden.

* De Spaanse wet van strafkwijtschelding is van 18 Juni 1870. Door de uitspraken van het Hooggerechtshof van de afgelopen 152 jaar is er een juridische basis van precedenten ontstaan waardoor geen beroep kan worden aangetekend tegen een verleend pardon. De politieke partijen Partido Popular, Ciutadans en Vox gingen echter in beroep tegen het pardon door de Spaanse regering van Sánchez werd verleend aan de Catalaanse politici en burgerleiders die zijn veroordeeld vanwege het referendum. Tot afgelopen 24 Mei werden deze als onontvankelijk verklaard. Sindsdien is het Hooggerechtshof echter van criterium veranderd en kan er wel beroep door deze partijen worden aangetekend. Er bestaat dus een reële kans dat de politieke gevangenen in de toekomst naar de gevangenis terug moeten. De ommezwaai van het Hooggerechtshof na 152 jaar van gerechtelijke uitspraken is een teken dat de Spaanse ‘Deep State’ zich wel degelijk bedreigt voelt door het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven, ondanks dat minister Baños afgelopen week verklaarde dat het Catalaanse onafhankelijkheidsproces politiek dood is.

Deixa un comentari

L'adreça electrònica no es publicarà. Els camps necessaris estan marcats amb *

Aquest lloc està protegit per reCAPTCHA i s’apliquen la política de privadesa i les condicions del servei de Google.

Us ha agradat aquest article? Compartiu-lo!