ZuiderWind

Gerber van der Graaf

1 de febrer de 2023
0 comentaris

Het Europese Hof van Justitie over de uitlevering van Lluís Puig

(1400 woorden)

België weigert uitlevering
De Belgische justitie oordeelde dat de Catalaanse minister van de regering van president Puigdemont, Lluís Puig die net als Puigdemont in België in ballingschap verblijft, niet aan Spanje hoeft te worden uitgeleverd. Het Hof van Cassatie in Brussel nam de argumenten van de rechtbank in Gent over dat het Spaanse Hooggerechtshof, bij monde van rechter Pablo Llarena, niet bevoegd is om zijn uitlevering te vragen en hem te berechten. Het is een fundamenteel recht dat een terechtgestelde de mogelijkheid moet hebben om in hoger beroep te kunnen gaan tegen een veroordeling. Dit is echter uitgesloten wanneer de eerste rechtbank het hoogste orgaan binnen een rechtstaat is. Daarnaast voert het Hof van Cassatie in België aan dat zij twijfelt of Puig een eerlijke rechtzaak zou krijgen. Zij baseert dit argument op de bevindingen van de VN Work Group of Arbitrary Detention (WGAD). Deze had een kritisch rapport geschreven over de Catalaanse politici en burgerleiders die in voorarrest zaten wegens het houden van een referendum.

Vragen van het Spaans Hooggerechtshof aan het EHJ
Met de weigering van België om Puig uit te leveren zou om dezelfde redenen president Puigdemont, in de ogen van Spanje staatsvijand nummer één, niet uitgeleverd kunnen worden. Het is voor de Spaanse justitie dus van groot belang om de weigering van uitlevering van Puig bij het Europese Hof van Justitie (EHJ) aan te vechten. Rechter Llarena van het Spaanse Hooggerechtshof legde de Europese justitie daarom zeven ‘prejudiciële’ vragen (welke voorafgaand aan een rechtzaak worden gesteld) voor. Deze zijn niet altijd even oprecht en soms bedoeld om het gelijk aan zijn zijde te krijgen. Rechter Llarena herhaalt sommige vragen daarom maar in andere bewoordingen. Het EHJ beantwoordde afgelopen 31 Januari deze vragen in haar vonnis:

  • Mag een EU lidstaat een uitlevering weigeren vanwege haar nationale wetgeving die in strijd is met die van de Europese Unie (EU)? Het EHJ antwoord dat de Belgische wetgeving volkomen overeenkomt met die van de EU.
  • Moet de aanvrager van een Europees uitleveringsbevel de wetgeving van alle EU lidstaten kennen alvorens een aanvraag in te dienen om het risico op weigering van uitlevering te voorkomen? Het EHJ antwoord dat deze vraag geen antwoord behoeft (paragraaf 78).
  • Llarena vraagt of een EU lidstaat een uitlevering kan weigeren indien deze aanvraag door de hoogste rechtbank van de vragende lidstaat wordt gedaan? Het EHJ zegt dat België de uitlevering niet had mogen weigeren enkel op grond van het feit dat de aanvraag door de hoogste rechtbank van Spanje wordt gedaan. Maar België is wel verplicht om na te gaan of de fundamentele rechten van Puig in Spanje zijn gegarandeerd. Omdat de aanvraag voor uitlevering door het Spaanse Hooggerechtshof wordt gedaan, zegt het EHJ dat op basis van meerdere uitspraken van het Europese Hof van de Mensenrechten het fundamentele recht van Puig wordt ontnomen om in hoger beroep te kunnen gaan (paragraaf 100)
  • Mag een EU lidstaat een uitlevering weigeren wegens schendingen van fundamentele mensenrechten op grond van de bevindingen van WGAD? Het EHJ antwoord dat de bevindingen van de WGAD meegnomen kunnen worden in de argumentatie van het Hof van Cassatie.
  • Llarena vraagt of minder zware schendingen van rechten voldoende zijn om iemand niet uit te leveren. Het EHJ antwoord dat iedere schending even zwaar weegt.
  • Mag een uitlevering opnieuw worden aangevraagd? Het EHJ zegt dat dit in principe kan, behalve wanneer deze geweigerd wordt wegens schendingen van fundamentele rechten. Een uitleveringsbevel kan echter alleen opnieuw worden uitgevaardigd, mits de omstandigheden zijn veranderd of er zich nieuwe feiten hebben voorgedaan. Een EU lidstaat kan dus niet bij herhaling op basis van dezelfde argumenten een uitleveringsbevel uitvaardigen, net zoals iemand niet meerdere malen voor hetzelfde feit kan worden veroordeeld (Ne bis in idem).

Gevolg uitlevering Puigdemont
Toen Duitsland Puigdemont in 2018 aanhield, weigerde zij hem op basis van opruiing aan Spanje uit te leveren. Maar Duitsland gaf Llarena wel de mogelijkheid om hem uit te leveren zodat hij berecht kon worden wegens verduistering van overheidsgeld. Llarena weigerde dit omdat daar een lichte straf op staat. De Spaanse wet van opruiing uit 1835 is onlangs vervangen door de wet ‘Zware openbare misdrijven’. President Sánchez maakte er geen geheim van dat de nieuwe wet er op is gericht om Puigdemont aan Spanje uitgeleverd te krijgen. Een eventuele nieuwe aanvraag voor uitlevering van Puigdemont volgens deze nieuwe wet, maar op grond van dezelfde feiten, lijkt door de uitspraak van het EHJ dus uitgesloten.

Nieuw Europees precedent
In haar uitspraak zegt het EHJ dat personen van een ‘objectief identificeerbare groep’ (OIG), zoals een etnische minderheid vanwege ras, religie, politieke of seksuele voorkeur, waarvan de rechten aantoonbaar worden geschonden niet uitgeleverd kunnen worden. Catalanen die onafhankelijk van Spanje willen worden zijn zo ‘n OIG. Zij vormen een minderheidsnatie welke aantoonbaar en structureel door de Spaanse Staat wordt gediscrimineerd en hun rechten worden onthouden. Het EHJ zegt dus dat zelfs indien een EU lidstaat in het algemeen als rechtstaat wordt beschouwd, toch een uitlevering geweigerd kan worden indien zij zich niet als zodanig tegenover een OIG gedraagd. Met deze uitspraak schept het EHJ een nieuw precedent dat een mijlpaal betekent voor het proces naar de Catalaanse onafhankelijkheid.

Paragraaf 100
Paragraaf 100 van de uitspraak van het EHJ biedt ook een handvat voor de Catalaanse politici en burgerleiders die door het Hooggerechtshof zijn berecht. Ook hen is het recht om in hoger beroep te kunnen gaan ontnomen. Zij kunnen nu hun gelijk halen bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens en vragen om de rechtzaak te annuleren. Na de uitspraak van het EHJ zal hun claim stellig worden gehonoreerd.

Misintepretaties
Niet iedereen heeft zich de tijd en moeite gegund om de gerechtelijke uitspraak van het EHJ te analyseren. Om te beginnen de Spaanse regering met in haar gevolg de Madrileense pers. Al snel na publicatie vermeldde zij dat de uitlevering van Puigdemont nu voor het grijpen ligt. Dit lijkt echter eerder op ‘wishful thinking’ dan op een analyse van de uitspraak. Maar ook enkele Catalaanse media, waaronder de publieke omroep, vergisten zich sterk in de interpretatie. Waarschijnlijk hebben zij zich laten leiden door hun politieke overtuiging en de diepe kloof die in de onafhankelijkheidsbeweging is gegroeid, met name tussen de politieke partijen JxCat en ERC. Een goede analyse is te vinden in de krant Vilaweb.

De advocaten van Puig, Puigdemont en de andere politici in ballingschap toonden zich, in eerste instantie voorzichtig, verheugd over de uitspraak. Later zei Puig dat nu aangetoond is dat de Belgische justitie haar werk goed heeft gedaan en dat zij door het EHJ in het gelijk worden gesteld. “Na het vonnis zal de onderzoeksrechter (Pablo Llarena) het veel moeilijker krijgen om een nieuw uitleveringsverzoek in te dienen, maar ik ben ervan overtuigd dat hij het zal gaan doen.”

Rechter Llarena vraagt om geduld en zegt dat hij op korte termijn geen nieuw uitleveringsbevel tegen Lluís Puig zal uitvaardigen. Misschien dat hij de uitspraak van het EHJ wel heeft begrepen. Dat zal blijken of en wanneer hij een nieuw uitleveringsbevel uitvaardigt.

Nawoord
Hoewel op juridisch gebied het licht aan het einde van de tunnel in zicht komt (dankzij de inspanningen van de politici in ballingschap bij de Europese rechtbanken), bevind het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven op politiek gebied zich op het dieptepunt. Ten tijde van het schrijven van dit stukje sloot de Catalaanse minderheidsregering van de ERC partij (nadat de JxCat partij van Puigdemont uit de coalitie was gestapt) een overeenkomst met de socialistische PSC partij voor het verkrijgen van een parlementaire meerderheid voor de jaarbegroting van 2023. PSC is de Catalaanse afdeling van de PSOE regerinspartij in Madrid onder leiding van Pedro Sánchez. (De fractievoorzitter van PSC, Salvador Illa, was minister van gezondheidszorg ten tijde van de Covid crisis.) De PSOE is verantwoordelijk voor de opschorting van de Catalaanse autonomie na het referendum, de gerechtelijke vervolgingen tegen de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijders (waaronder de pogingen tot uitlevering van de politici in ballingschap) en de spionages van Catalaanse politici, burgers en hun advocaten met het Pegasus programma (Catalangate). De Catalaanse ERC regering is dus verworden van een onafhankelijkheidsregering, zoals zij in haar verkiezingsprogramma heeft belooft, tot een regering die samenwerkt met Spaanse unionisten waar Catalonië een politiek conflict mee heeft. Dit alles onder het mom van ‘links’, hoewel de overeengekomen projecten van deze jaarbegroting niets met linkse ideologie te maken hebben. De deal bevat uitbreiding van het vliegveld van Barcelona, een nieuw wegennetwerk rondom deze stad en de bouw van een casino complex. Gezien de mate waarin ERC in de onderhandelingen aan PSOE/PSC heeft moeten toegeven (zij beaamt dit zelf), lijkt het er op dat de unionistische PSOE partij de facto Catalonië regeert.

Deixa un comentari

L'adreça electrònica no es publicarà. Els camps necessaris estan marcats amb *

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.

Us ha agradat aquest article? Compartiu-lo!